‘Het feit dat vrouwen vaker te maken krijgen met heftige incidenten, maar minder melden, daar zou ik wat aan willen veranderen’
‘Ik vind puzzelen ontzettend leuk’, zegt Selma Ali (28). Het was een van de redenen dat ze eerder bij de politie ging werken, als adviseur, onder meer op het gebied van crisismanagement. Sinds januari is ze in dienst bij PersVeilig, waar ze zich met name gaat richten op veiligheid van vrouwelijke journalisten. Want volgens haar is de journalistiek ‘minstens zo belangrijk voor de samenleving als de politie’.
Hoe waren je eerste tijd bij PersVeilig, wat is je opgevallen?
‘De eerste weken heb ik op een aantal plekken meegelopen, bij de Volkskrant, de NOS en Omroep Zeeland. Ik wilde beter begrijpen hoe de journalistiek werkt. Hoe ziet een dag eruit op een redactie? Het gaf me ook de kans om op die plekken veel met journalisten te praten.
‘Wat me in die gesprekken opviel was dat met name vrouwelijke journalisten bij agressie en intimidatie snel denken: is het wel erg genoeg? En als ik dit meld, wordt er dan wel wat mee gedaan? Volgens mij niet, dus ik zeg maar niks. Dat was een bevestiging van wat ook uit onderzoek komt, maar voor mij toch een beetje een schok.
‘En daarnaast hoorde ik dat veel journalisten niet zo goed weten wat het protocol op hun redactie precies is als ze iets vervelends meemaken. Wat niet betekent dat journalisten niet weten wat ze moeten doen, maar ik denk toch dat het goed is om dat op papier te hebben. Het is belangrijk om te weten wat je van een werkgever mag verwachten op zo’n moment.’
Heb je tijdens het meelopen met journalisten direct onveiligheid ervaren?
‘Bij Omroep Zeeland ging ik een dag op pad met een verslaggever en cameraman, naar een olieraffinaderij waar werknemers aan het demonstreren waren voor een beter loon. Dat gebeurde op het terrein, maar daar mochten wij niet op. Dus stonden we buiten het hek aan de zijkant van de weg waar vrachtwagens met 80 kilometer per uur langsrazen. Bovendien heeft de beveiliging de hele tijd recht voor onze neus gestaan, het was heel vijandig.’
Wat is denk je het voordeel van je achtergrond nu je hier werkt?
‘Ik denk sowieso mijn kennis van de politieorganisatie, maar ook van andere veiligheidsorganisaties in de strafrechtketen. En we krijgen best veel vragen over wanneer aangifte doen mogelijk is. Wat is strafbaar en wat niet? Dan heb ik ook wat aan mijn achtergrond. Bovendien kan ik vaak goed inschatten hoe binnen de politieorganisatie wordt gedacht, van daaruit kan ik journalisten adviseren.
‘De politie neemt een aangifte op en gaat vervolgens in overleg met het Openbaar Ministerie over vervolging. Als het gaat om online delicten kan het lastig zijn voor politie en OM om een juiste inschatting te maken van strafbaarheid. Er is zeer secure toetsing van woordkeuze nodig, wetgeving is soms onduidelijk en niet alle medewerkers hebben evenveel ervaring ermee. Vanuit PersVeilig draag ik graag bij aan het verbeteren van kennis over vervolging van online intimidatie en bedreiging.’
Een van de redenen dat je ooit bij de politie wilde werken is dat je van puzzelen houdt, zei je. Wat is de puzzel die jij voor PersVeilig moet gaan oplossen?
‘Ik denk dat het er twee zijn. Allereerst dus het feit dat vrouwen überhaupt vaker te maken krijgen met heftige incidenten, maar minder melden. Daar zou ik wat aan willen veranderen, en ik vind sowieso dat er meer aandacht voor moet komen. Het vak kan eronder gaan lijden, er is nu soms al sprake van zelfcensuur. De website van PersVeilig kan qua informatieverstrekking nog wel een stap maken. Maar vrouwelijke journalisten moeten zich ook gesteund en gehoord voelen door hun werkgever, daarom denk ik ook na over interne veiligheid. Het voelt raar om journalisten die bij ons komen te adviseren ook melding te doen bij hun werkgever of de werkgever aangifte te laten doen als het gevoel van veiligheid bij die werkgever ontbreekt. Dan kan ik protocollen schrijven wat ik wil, maar dan wordt het een wassen neus.
‘En de tweede puzzel, die is nog moeilijker denk ik. Dat is het gevoel van straffeloosheid op sociale media, en met name op X. PersVeilig heeft vorig jaar met twee mensen van X in Europa gesproken, maar sindsdien heb ik niks meer vernomen. Voor mijn gevoel heb ik journalisten die intimidatie op X bij ons melden nu weinig te bieden. Als het niet aangiftewaardig is, omdat het volgens de wet nét mag en X reageert niet op onze verzoeken, wat kan ik dan doen? Soms denk ik dat ik ze het beste kan adviseren om van X af te gaan. Zijn er geen alternatieven? Dat wil ik ook nog wel onderzoeken.
‘We zijn ook in gesprek met het ministerie, omdat recentelijk in Europa de Digital Services Act is aangenomen. Die geeft hopelijk handvatten om op te treden tegen techbedrijven die zich niet aan hun eigen regels houden, wat X eigenlijk doet natuurlijk. Overigens hoop ik ook dat die Digital Service Act zorgt voor meer verontwaardiging dat zulke bedreigingen allemaal maar kunnen op X, en dat journalisten daar ontzettend veel last van hebben. Dat het dus niet langer is: ‘dat hoort bij je werk’. Het hoort niet bij je werk.’
Tekst: Jolanda van de Beld
Foto: Ruben Philipse, The Arrows